Ruim twee weken voordat ze bij ons werd aangeboden, viel het de eigenaren op dat ze kortademig werd. Dit vertaalde zich in een inspanningsintolerantie en lusteloosheid. Bij de verwijzende collega’s zijn er thoracale röntgenfoto’s gemaakt. Hierop is het vermoeden van een pericardovervulling geuit welke echografisch werd bevestigd. Onder echografische controle is er tweemaal hemorrhagisch vocht uit het pericard gepuncteerd. Helaas recidiveerden de problemen in korte tijd. Omdat het recent weer slechter gaat met haar, is Cookie naar ons verwezen.
Algemene indruk: alert, BCS 4/9
Algemeen onderzoek: Ademhaling: 20 per minuut, Pols: 160 slagen per minuut, KRESS Temperatuur: 38.7, CRT: < 1 seconden, Slijmvliezen: Roze, Lymfeknopen: niet vergroot. Buikpalpatie: soepel, undulatie negatief.
Auscultatie: reine tonen hart, niet gedempt, longgeluiden verscherpt.
Echocardiografisch onderzoek
Wij hebben een echocardiografisch onderzoek uitgevoerd waarbij een matige hoeveelheid gering echogene effusie in de pericardiale ruimte aanwezig is. Opvallend genoeg is er, ondanks de slechts matige hoeveelheid effusie, een collaps (tamponade) van het rechter atrium zichtbaar. Er zijn geen aanwijzingen voor een cardiale massa.
Aansluitend is er onder echogeleiding en sedatie, een pericardiocentese uitgevoerd. Dit had een vrijwel directe terugkeer naar een normale hartfrequentie en afname van de collaps van het rechter atrium tot gevolg. Cytologisch onderzoek van het punctaat bleek negatief op neoplastische cellen.
Een neoplasie is de meest voorkomende oorzaak voor het ontstaan van pericardiale effusie. Vaak is dit een hemangiosarcoma (HSA), maar bijvoorbeeld ook een chemodectoma (hartebasistumor) en mesothelioom behoren tot de mogelijkheden. De overvulling kan echter ook idiopathisch zijn. Op basis van echocardiografisch onderzoek was er geen aanwijzing voor neoplasie dus valt de pericardiale effusie bij haar in de laatste categorie. Om meer zekerheid te krijgen over de etiologie kan er (voor de pericardiocentese!) bloed worden afgenomen. Een troponine gehalte <0.25 ng/ml bij een hond met pericardiale effusie, maakt de aanwezigheid van een HSA onwaarschijnlijk. Bij Cookie was deze waarde 0.02 ng/ml. Het stollingsonderzoek was niet afwijkend.
Twee dagen na de laatste pericardiocentese had Cookie weer problemen en werd er een recidief vastgesteld. We hebben besloten om een definitieve oplossing aan te bieden; het verwijderen van een groot deel van het pericard. Nieuw geproduceerd vocht zal op deze manier in de thorax verdwijnen en geresorbeerd worden. Het is belangrijk om de opening in het pericard voldoende groot te maken. Een klein venster, ook wel fenestratie genoemd, kan zich weer sluiten waardoor de problemen opnieuw kunnen optreden. Wij hebben ervoor gekozen om een zgn. subtotale pericardectomie uit te voeren, waarbij het hartzakje net distaal van de N.phrenicus volledig verwijderd wordt.
Minimaal invasieve techniek: transdriafragmamale thoracopscopie
Om het trauma te beperken, is ervoor gekozen om een minimale invasieve techniek in te zetten. Met een transdriafragmamale thoracopscopie is door een zogenaamde “vessel sealing device” het pericard verwijderd. Zie filmpje ter illustratie. Het pericard is opgestuurd voor histopathologisch onderzoek en kwam terug als een chronische pericarditis met fibrosering, overwegend lymfoplasmacellulair, gering neutrofiel en eosinofiel. Gezien de eosinofiele component is Cookie getest op Dirofilaria, dit was negatief. De fibrose verklaart de tamponade (collaps van het rechter atrium) bij relatief geringe effusie.
Gelukkig had Cookie nauwelijks last van de ingreep en herstelde ze snel en is ze op het moment van schrijven nog vrij van recidief. Haar conditie is goed hersteld en gelukkig kunnen we dan ook stellen dat de prognose goed is.