Normaal geeft de moederkat antistoffen via de melk door aan de kittens, deze zijn daardoor een tijd lang beschermd tegen niesziekte. Wanneer de kittens op 9 weken voor het eerst ingeënt worden, kunnen ze zelf afweerstoffen aan gaan maken.
Veel niet beschermde kittens krijgen een moeilijk behandelbare vorm van niesziekte. De neus, keel, ogen en soms longen worden aangetast. Sommige kittens groeien hier over heen, andere blijven levenslang last houden.
Vlekje werd bij ons aangeboden met niesziekte klachten; niezen, vieze ogen, een vieze neus en moeilijk slikken. Tijdens het onderzoek van de bek bleek er ook een groot roze gezwel dieper in de keel te zitten. Helaas was Vlekje te ziek om hier direct wat aan te kunnen doen. We begonnen met een behandeling met antibiotica en virusremmers. Na een maand was Vlekje een stuk opgeknapt van haar niesziekte, maar werd ze we steeds benauwder van het gezwel in de keel, tijd om een kijkje in de keel te nemen.
Vlekje werd onder narcose gebracht en direct geïntubeerd; dit is een buisje die in de luchtpijp gebracht wordt en er voor zorgt dat ze tijdens de ingreep voldoende lucht krijgt. Het gezwel blijkt een poliep te zijn.
Poliepen zijn goedaardige gezwellen van de slijmvliezen en komen regelmatig voor bij jonge katten. Vaak ontstaan ze in het middenoor als gevolg van een ontsteking daar, bijv. door niesziekte. Ze groeien dan via het oor naar buiten of via de buis van Eustachius naar de keel.
Gelukkig konden we de poliep helemaal verwijderen, er is helaas wel een kans dat de poliep weer terug groeit. Als dit gebeurd moet Vlekje nogmaals onder het mes, maar dan voor een veel ingrijpendere operatie.