Het is verstandig om in ieder geval jaarlijks mestonderzoek uit te laten voeren om te controleren op wormen. Wanneer uw paard wormen blijkt te hebben, kunnen wij een ontwormingsmiddel uitschrijven.
Hieronder bespreken we de meest voorkomende soorten in Nederland.
De veulenworm
Vanaf dat een veulen een paar dagen oud is, kan het besmet worden met de veulenworm. De klachten die bij deze worm passen zijn diarree en vermageren als ze enkele weken oud zijn. Na een paar maanden hebben ze een goede afweer opgebouwd en vertonen ze geen symptomen meer.
Ontwormen is niet altijd nodig. Of ontwormen nodig is kunnen we door middel van een mestonderzoek bepalen. Indien in het verleden veulens op stal hieraan hebben geleden, is ontwormen vanaf 10 dagen verstandig.
Spoelwormen
Vooral paarden in het eerste levensjaar zijn gevoelig voor een infectie met spoelwormen. Paarden lopen een infectie op wanneer ze eitjes van deze worm binnen krijgen, meestal via een besmet weiland. Deze eitjes komen in het maag-darmkanaal terecht, worden larven en beginnen vervolgens aan een trektocht door het lichaam.
Zo kunnen ze ook in de longen terechtkomen en daardoor hoesten en snot uit de neus veroorzaken. Een larve wordt na ophoesten weer ingeslikt en opnieuw in het maagdarmkanaal aangekomen, worden ze volwassen en begint de ei-uitscheiding die we kunnen aantonen in de mest.
De tijd tussen het opnemen van de eitjes en het weer uitscheiden van de eitjes via de mest, duurt ongeveer zes weken. Een volwassen spoelworm zie eruit als een spaghetti-sliert en indien zich een groot aantal bevindt in de dunne darm van het veulen, kan dit leiden tot een ernstige vorm van koliek.
Naast hoesten, snot uit de neus en koliek, kunnen de wormen nog voor andere klachten zorgen: vermageren, lusteloosheid en diarree. Vanaf dat een paard twee en een halve maand oud is, kunnen we een mestonderzoek uitvoeren en eieren van de spoelworm aantonen.
De spoelworm is meestal ongevoelig voor de ivermectines en de moxidectines, dus we raden dan aan te ontwormen met pyrantel of fenbendazol.
Grote rode bloedworm
De grote rode bloedworm is een venijnige parasiet. De larven van deze parasiet kunnen via bloedvaatjes naar de grote darmslagader kruipen. Dit is pijnlijk en verstoort bovendien de bloedvoorziening van de darmen. Paarden die last hebben van deze worm hebben koliek die steeds weer terugkomt.
Met mestonderzoek kunnen we goed aantonen of uw dier wel of niet last heeft van deze parasiet. Het is gelukkig goed te behandelen met ivermectine of moxidectine.
Kleine rode bloedworm
Deze worm komt vaak voor en kan tot grote problemen leiden. Een opgenomen eitje ontpopt zich tot een larve in de dikke en blindedarm van het paard. Vervolgens kruipen ze in de wand van de darm en daar blijven ze enige tijd. In de winter komen ze larven massaal uit de darm en veroorzaken hierbij veel schade.
Klachten van paarden besmet met de kleine rode bloedworm zijn: vermageren, diarree en koliek. Om dit te voorkomen is het belangrijk om niet te veel jonge paarden telkens op hetzelfde stukje weiland te zetten. Ook is het belangrijk om de mest minstens twee keer per week uit het land te verwijderen. Om uw paard te kunnen blijven monitoren is jaarlijks mestonderzoek van belang.
Lintwormen
Deze parasiet leidt vooral in het najaar tot problemen. De kop van de lintworm zuigt zich vast aan de darmwand en de lintworm groeit steeds langer. De lintworm scheidt niet continu, maar het tussenpozen eitjes uit, waardoor mestonderzoek soms negatief kan zijn, ondanks dat er wel lintwormen aanwezig zijn. Herhaald mestonderzoek is bij een verdenking dus nodig.
Een infectie met lintwormen kan leiden tot ernstige vormen van koliek, maar is te behandelen met praziquantel.
Mestonderzoek
Voordat er een ontwormingskuur wordt ingezet, zullen we dus altijd eerst mestonderzoek uitvoeren. Lees meer over mestonderzoek.
Uw paard in goede handen
We kunnen uw paard helpen met verschillende behandelingen. Over een aantal behandelingen en services hebben wij losse pagina's op onze website.
Gebruik de lijst hieronder.