Eliminatiedieet bij hond of kat
Heeft uw dier klachten die horen bij een allergie, zoals jeuk, terugkerende oorontstekingen (lees ook: oorontsteking kat) en klachten aan het maagdarmkanaal? Mogelijk heeft uw hond of kat een voedselallergie.
Voedselallergie bij honden en katten
Bij een voedselallergie is uw dier allergisch voor één of meerdere ingrediënten. Meestal gaat het om dierlijke eiwitten die te vinden zijn in rundvlees, kip en lamsvlees. Ook kan uw dier allergisch zijn voor plantaardige eiwitten in bijvoorbeeld zuivelproducten, tarwe, maïs en soja.
Om te achterhalen of uw dier inderdaad een voedselallergie heeft kan de dierenarts een eliminatiedieet adviseren. Bij dit dieet stopt uw hond of kat minimaal zes weken met de huidige voeding. Uw dier krijgt hiervoor in de plaats voeding met een voor hem of haar nog onbekende eiwitbron.
Uw hond mag naast de vervangende voeding alleen water hebben, dus geen koekjes, botten, kluifjes en andere lekkere extraatjes.
Als uw dier voedselovergevoeligheid heeft, zullen de klachten aan het einde van de testperiode sterk verminderd zijn. Als de klachten na het dieet niet minder zijn geworden, hebben de klachten een andere oorzaak.
Lees ook:
- atopie hond en atopie kat
- vlooienallergie
- jeuk bij hond en kat
Eliminatiedieet voor de hond
Uw dierenarts zal u adviseren over een passend dieet voor uw hond. Deze maaltijden bereidt u zelf. Hieronder ziet u een voorbeeld van een eliminatiedieet. Het kan zijn dat de dierenarts een ander dieet adviseert voor uw dier.
Tijdens de testperiod geeft u bijvoorbeeld een dieet dat bestaat uit (per 10 kg lichaamsgewicht):
- een voor de hond nieuwe eiwitbron, bijvoorbeeld gekookt paardenvlees, struisvogelvlees, kangoeroe, hertenvlees, kangoeroevlees, wild, konijn of eend. Hoeveelheid: 100-150 gram per dag (ongekookt afwegen). Het bouillon kan gebruikt worden om de maaltijd lekkerder te maken.
- een koolhydraatbron, bijvoorbeeld gekookte witte rijst, aardappel of blanke macaroni. Hoeveelheid: 100-150 gram per dag (ongekookt afwegen).
Eliminatiedieet voor uw kat
Tijdens de testperiode van zes weken geeft u een dieet dat bijvoorbeeld bestaat uit:
- een voor de kat nieuwe eiwitbron, bijvoorbeeld gekookt paardenvlees, struisvogelvlees, geitenvlees, hertenvlees, kangoeroevlees, konijn of eend. Hoeveelheid: 50-75 gram per dag (ongekookt afwegen). Het bouillon kan gebruikt worden om de maaltijd lekkerder te maken.
- een koolhydraatbron, bijvoorbeeld gekookte witte rijst of pompoen. Hoeveelheid: 50-75 gram per dag (ongekookt afwegen).
Deze maaltijden bereidt u zelf. Vraag altijd uw dierenarts voor een passend dieet voor uw dier.
Hypoallergene of anallergene brokvoeding
Het is ook mogelijk om een gehydrolyseerd eiwit dieet te geven. Hierbij krijgt uw dier hypoallergene of anallergene brokvoeding. De eiwitten in deze voeding zijn in kleine stukjes geknipt, zodat het immuunsysteem ze niet meer als schadelijk ziet. Dit dieet is minder specifiek en heeft daarom niet altijd de voorkeur. Overleg met uw dierenarts wat voor uw dier de beste keuze is.
De overgang naar het dieet
De overgang van de eigen voeding naar het dieet maakt u in twee of drie dagen. In deze overgang mixt u beide voedingen, waarbij u steeds meer van de nieuwe voeding geeft.
Om werk te besparen kunt u een grotere hoeveelheid voeding maken en deze in dag of maaltijd porties invriezen.
De maximale duur van een eliminatiedieet is zes tot acht weken.
Belangrijk: geef alleen het voorgeschreven dieet
Zorg ervoor dat uw dier echt niets anders krijgt dan het dieet. Een hap van het voedingsmiddel waarvoor uw dier allergisch is kan wekenlang klachten geven. Het eliminatiedieet is daarmee niet meer betrouwbaar en moet opnieuw gestart worden.
- geef geen snoepjes, koekjes of kauwbotten
- voorkom dat uw dier door andere mensen gevoerd wordt of vuilnis/restjes eet
- geef alleen water te drinken
- zorg dat vlooien geen kans krijgen door een goede vlooienbestrijding, om zo uit te sluiten dat de allergieklachten door vlooien veroorzaakt worden
Lees ook:
Na het eliminatiedieet
Heeft uw dier na de testperiode minder of geen allergieklachten meer? Dan gaat het waarschijnlijk om een voedselallergie. Om te onderzoeken om welke eiwitbron het gaat, kunt u op advies van de dierenarts telkens een eiwitbron toevoegen aan de voeding.
Komen de klachten terug of verergeren deze na toevoegen van een eiwitbron? Dan is het duidelijk dat het dier allergisch is voor deze eiwitbron.
Niet iedereen ziet deze stap niet zitten, omdat de klachten voor korte tijd wel weer terug kunnen komen. Deze methode geeft wel de meeste zekerheid of het inderdaad om een voedselallergie gaat en om welk eiwit specifiek.
Speciaal voedingsplan
Slaat het dieet aan? Uw dierenarts zal dan samen met u een speciaal voedingsplan opstellen. Een voedselallergie verdwijnt niet. Om klachtenvrij te blijven, is het belangrijk om ervoor te zorgen dat uw dier de eiwitbron niet meer binnenkrijgt.
Twijfels of vragen?
Twijfelt u of uw dier een voedselallergie heeft, of wilt u advies over een passend eliminatiedieet voor uw dier? Neem gerust contact met ons op, we helpen u graag verder.