Wat is het herpesvirus bij een hond?

Het Canine herpesvirus (CHV) bij honden is een wereldwijd voorkomend DNA-virus dat gevoelig is voor allerlei invloeden zoals temperatuur, zuurgraad en desinfectiemiddelen.

Typisch is het gegeven dat de groei optimaal is bij een temperatuur van 34 - 35 graden Celsius.

Dit verklaart waarom de infectie vaak bij de slijmvliezen van neus, oog, mond, en uitwendige geslachtsorganen voorkomt en zich vermenigvuldigd.

Bij temperaturen van 40 graden of hoger is het virus instabiel. In tegenstelling tot bijvoorbeeld het Parvo virus leeft het herpesvirus niet lang buiten het lichaam of in de omgeving.

De meeste desinfecterende middelen werken goed tegen het virus.

Besmetting met het herpesvirus

De voornaamste manier dat uw hond besmet kan raken met het herpesvirus is via direct contact. In verreweg de meeste gevallen gebeurt dit door snuffelen en likken.

Bij pups kan dit gebeuren tijdens de uitdrijving door het geboortekanaal of in het nest via contact met de uitvloeiing van de moederhond.

De incubatietijd (tijd tussen infectie en verschijnselen) is zes tot tien dagen. Men geeft aan dat na infectie de neusuitvloeiing tot 15 dagen besmettelijk blijft voor anderen en vaginale uitvloeiing en sperma tot 20 dagen.

Er kan ook een besmetting in de baarmoeder optreden door passage van de vruchtvliezen van de moeder naar de embryo’s, foetus of pups door het virus.

In mindere mate is een dekking een besmettingsmogelijkheid. Hierbij wordt steeds slijm met cellen waarin het virus zich bevindt overgedragen.

Drager van het CHV

De meeste herpessoorten hebben de mogelijkheid om de gastheer voor het leven te infecteren, waarbij de symptomen dan periodiek terug kunnen komen bijvoorbeeld in tijden van verminderde weerstand.

Herpes Simplex, ofwel de koortslip bij de mens, kennen we allemaal, maar ook het CHV voldoet hieraan.

Is het dier geïnfecteerd dan kan hij hierdoor drager worden van het CHV dat zich in de ‘rusttoestand’ schuilhoudt in bepaalde delen van het zenuwstelsel (ganglia), maar ook de tonsillen en de speekselklieren worden genoemd.

Stress kan ervoor zorgen dat het virus zich vanuit deze plaatsen naar slijmvliezen van neus, mond, oog en geslachtsorganen uitbreiden en hierdoor wordt de drager besmettelijk voor anderen via de wegen zoals hierboven aangegeven.

Bij de drachtige teef is dit het geval in de laatste drie weken van de dracht en de eerste drie weken na het werpen. Bij de loopse teef kan ook zo’n situatie ontstaan.

Ook gebruik van medicijnen welke de afweer onderdrukken zoals corticosteroïden (bijvoorbeeld prednison) kunnen leiden tot reactivatie van het herpes virus.

Niet alle geïnfecteerde dieren worden overigens drager.

Symptomen herpesvirus hond

De symptomen van een herpesinfectie zijn voor volwassen honden en puppy’s niet hetzelfde. Ook tussen reuen en teven zijn verschillen te zien.

Herpesvirus bij volwassen honden

Bij volwassen reuen zijn bijvoorbeeld een geringe luchtweginfectie, lichte neusuitvloeiing (soms gecombineerd met de luchtweginfectie), geringe ooguitvloeiing of beschadigingen op de penis kenmerken van het herpesvirus.

Bij volwassen, niet-gedekte teven is het ook zichtbaar door dezelfde symptomen als bij reuen en daarnaast komt geringe vaginitis en beschadigingen in de vagina voor.

Bij een gedekte teef is het behalve bovenstaande ook mogelijk dat een afgestorven vrucht achterblijft in de baarmoeder en weer opgenomen (resorptie) wordt.

Er ontstaat een soort versteende vrucht (mummificatie van de vruchten). Ook vroeggeboorte of doodgeboren pups of levende, maar zeer zwakke pups, kunnen voorkomen.

Herpesvirus bij puppy’s

De symptomen van het virus bij puppy’s hangen van de leeftijd af. Het onderscheid zit in pups tot ongeveer drie weken oud of pups ouder dan drie weken.

Wat betreft de eerste groep varieert het van pups die gezond lijken en ogenschijnlijk geen infectie doormaken tot doodzieke pups. De zieke pup heeft weinig specifieke symptomen die duiden op een herpesinfectie, ze zijn:

  • sloom;
  • hebben weinig eetlust;
  • de lichaamstemperatuur blijft normaal;
  • ze krijgen een pijnlijke gespannen buik;
  • gaan sneller ademhalen;
  • gaan gillen;
  • en kunnen bloedingen op de slijmvliezen krijgen.

Omdat het virus zich zeer snel vermeerdert en alle organen aantast gaat de pup al snel dood. De pups die de infectie overleven kunnen op latere leeftijd problemen krijgen aan longen, nieren, ogen of hersenen.

Als de pups besmet worden op een leeftijd van meer dan drie weken dan is soms niezen met geringe neusuitvloeiing het enige verschijnsel, bij de teefjes kan een geringe vaginitis worden waargenomen.

Gevolgen van CHV infectie bij hond

Verreweg de meeste dieren worden dus tijdens hun leven besmet zonder dat u er iets aan merkt. Men spreekt dan van een zogenaamde subklinische infectie.

Dat is enerzijds prettig omdat er geen ziekteverschijnselen ontstaan, maar anderzijds lastig omdat hierdoor uitwendig niet goed te onderscheiden is in hoeverre CHV zich in een populatie verspreid heeft.

De gevolgen van CHV bij de hond zijn in een viertal groepen onder te verdelen:

  • De pupsterftegroep, zoals hieronder verder beschreven: dit is de meest schadelijke vorm;
  • Ook kunnen beschadigingen op het slijmvlies van vagina en penis en voorhuid ontstaan bij recent geïnfecteerde honden. Meestal gaat het hier om blaasjes en bloedinkjes in het slijmvlies welke met de vaginoscoop goed zichtbaar zijn. De honden zelf hebben hiervan in het algemeen geen last;
  • Het CHV kan een onderdeel van het kennelhoestsyndroom zijn. Dit laatste is een complex van verwekkers en factoren die ontsteking van de voorste luchtwegen bij de hond kunnen opwekken. Het CHV speelt hierbij waarschijnlijk een ondergeschikte rol, maar als besmettingsweg via neus en mond door likken, snuffelen en hoesten is dit nogmaals wel de belangrijkste;
  • Als veroorzaker van vruchtbaarheidsproblemen, zoals leeg blijven van teven door infectie in een vroeg stadium van de dracht, vroeg embryonale sterfte door infectie in een iets later stadium en te kleine nesten wordt CHV genoemd. Dit is de vorm waarvoor in onderzoeken nogal wat aanwijzingen gevonden wordt, echter directe bewijzen hiervoor zijn er nog relatief weinig. Mogelijk bevordert het CHV in dit verband ook andere verwekkers van vruchtbaarheidsproblemen.

Wat zien we bij de pups?

In geval van besmettingen bij pasgeborenen zien we dat de meeste pups bij het begin van de infectie één week oud zijn. Bij deze leeftijd leidt dit tot de dood binnen een aantal dagen.

De pups hebben het veelal in het begin heel goed gedaan, ze groeien goed en zijn veelal de zwaarste. Dan stoppen ze plotseling met drinken en vertonen lusteloosheid.

Verschijnselen van luchtwegproblemen zoals met open bek ademen, benauwdheid, speekselen, en waterige neusuitvloeiing kunnen optreden.

Ook braken en zachte grijsgele of groene ontlasting kunnen zich voordoen.

Typisch is uiteindelijk het doordringend en continu geschreeuw, soms met fietsbewegingen. Bij aanraking is de buik pijnlijk. Als pups ouder dan twee à drie weken zijn en dan geïnfecteerd worden heeft dit meestal geen fatale afloop meer.

Luchtwegproblemen, zenuwverschijnselen, blindheid en doofheid kunnen wel optreden. Op nog latere leeftijd blijft de infectie net als bij de volwassen honden meestal onopgemerkt.

Waarom zijn pups zo gevoelig voor CHV?

De belangrijkste redenen hiervoor zijn het nog relatief gebrekkig ontwikkeld vermogen van een pup tot ongeveer tien dagen leeftijd om zijn eigen lichaamstemperatuur te handhaven enerzijds en het nog incompleet ontwikkelde afweersysteem van deze pups anderzijds.

Lees ook: koorts hond

We weten dat de ene pup meer afweerstoffen binnen krijgt dan de anderen binnen hetzelfde nest, dus een CHV besmetting hoeft niet altijd te betekenen dat alle pups verschijnselen gaan vertonen.

Diagnose herpesvirus

Probleem bij het herpesvirus is dat de symptomen, of een combinatie van meerdere, niet per se hoeven te wijzen op een herpesinfectie.

Enkel een positieve sectie-uitslag of het toepassen van de PCR-methode (genetisch onderzoek naar dragers van genmutaties) kan het herpesvirus als diagnose geven.

Behandeling herpesvirus

Men kan proberen om de zieke pup te behandelen met behulp van vocht en antibiotica en de lichaamstemperatuur op peil te houden.

Het verhogen van de omgevingstemperatuur is aan te raden om de lichaamstemperatuur bij de pups hoger te krijgen en omdat het virus boven de 28-30 graden snel dood gaat.

Dit heeft vooral zin voor de nog niet zieke pups.

Preventief werken heeft natuurlijk altijd de voorkeur. U zult moeten proberen het virus buiten de deur te houden, wat inhoudt als u een drachtige teef heeft het contact met andere mogelijk besmette dieren of besmette omgeving te voorkomen.

Ook na de geboorte van de pups moet u zeer voorzichtig zijn met het contact met andere honden of andere (besmette) omgeving.

Hygiëne is zeer belangrijk, dus de werpkist en de werpkamer goed ontsmetten, het virus sterft snel af door allerlei ontsmettingsmiddelen.

Voldoende biestopname (moedermelk) door de pups gedurende de eerste 24 uur na de geboorte is zeer belangrijk, omdat op deze manier passieve immuniteit wordt verkregen.

Indien u ten tijde van een uitbraak meerdere nesten pups heeft liggen, is het te overwegen om van een CHV-positieve hond hyperimmuunserum te winnen en de pups onder de drie weken hiermee te behandelen.

Vaccineren van de teef om herpes bij puppy’s te voorkomen

Om herpes bij puppy’s te voorkomen is er een vaccin mogelijk. Deze wordt gegeven aan de teef na de dekking en voor de bevalling.

Vaccins voor de (drachtige) teef en het tijdperk waarin ze gegeven moeten worden zodat de teef antistoffen kan aanmaken en doorgeven aan haar pups via biest - afbeelding vergroten

Voor een gezonde, volwassen hond is het herpesvirus dus redelijk onschuldig, maar als u aan fokken denkt, is preventief werken noodzakelijk.

Contact a veterinarian

Error

An error has occurred. This application may no longer respond until reloaded.