De eerste symptomen: een bultje
Toen Carlotta bij een AniCura-kliniek kwam, was ze in goede medische conditie en alle vitale functies waren normaal. Maar toen we aan haar buik voelden, leek er een bultje te zitten.
Daarnaast was Carlotta al een jaar in behandeling voor het syndroom van Cushing (een ziekte waarbij er teveel cortisol aangemaakt wordt in de bijnieren). Honden die dit hebben drinken en plassen veel en hebben extreme honger.
Behandeling bij AniCura
Diagnose stellen: CT-scan en onderzoek van cellen
Om te begrijpen waarom en bij welk orgaan het bultje precies zat, hebben we voorgesteld om een CT-scan van haar hele lichaam te maken. Zo konden we ook beter een diagnose stellen en een therapie inplannen.
Dankzij een CT-scan van het hele lichaam, kunnen wij het lichaam inspecteren van kop tot staart. Zo kunnen we uitzaaiingen uitsluiten, zoals een spreiding van een tumor naar andere organen als de lymfeklieren of de longen.
We vroegen aan het baasje van Carlotta of we dezelfde dag nog een CT-scan mochten doen. Uiteraard had hij het beste met Carlotta voor en stemde direct in. De CT-scan liet een massa zien in de wand van de dunne darm, om precies te zijn: in de jejunum (dat is het middelste deel van de dunne darm).
Gelukkig leek het er niet op dat Carlotta een verstopping had of dat er uitzaaiingen waren.
Daarnaast hebben we, met behulp van een echo puncties gedaan en celonderzoek bij de dunne darm gedaan. Dit onderzoek gaf twee verschillende diagnoses: een leiomyosarcoom en een Gastro-Intestinale Stromale Tumor (GIST).
Dit zijn twee van de meest voorkomende kwaadaardige darmtumoren bij honden. Ze ontstaan vanuit verschillende darmcellen maar gedragen zich hetzelfde.
Tumor verwijderen en weefselonderzoek
Aangezien er nog geen uitzaaiingen waren en er een verhoogde kans was op een verstopping, hebben we besloten om te opereren om de tumor te verwijderen. Hierdoor konden we eventuele maag-darmklachten en uitzaaiingen voorkomen en zo konden we een definitieve diagnose stellen met behulp van histologisch onderzoek, ook wel een onderzoek van weefsel.
Histologisch onderzoek geeft de arts de kans om de eigenschappen van tumoren nauwkeurig te bekijken: hoe snel ze groeien en zich verspreiden. En hoewel een leiomyosarcoom en een GIST zich hetzelfde gedragen, de aanvullende medische behandeling na de operatie kan verschillend zijn.
Nu we een diagnose hadden, spraken we nogmaals met het baasje van Carlotta. We legden hem de diagnose en het behandelplan voor. Hij schrok ervan dat Carlotta een oncologiepatiënt was, maar wilde er alles aan doen om ervoor te zorgen dat ze langer kon leven.
Met de juiste behandeling zijn er goede vooruitzichten voor patiënten met deze tumoren.
Carlotta onderging de operatie en na een paar dagen in de kliniek was ze volledig hersteld. Het weefselonderzoek wees uit dat het een laaggradige leiomyosarcoom was: de randen waren schoon en de tumor had maar een klein groeipercentage.
Dat was dus goed nieuws. De tumor was succesvol verwijderd.
Chemotherapie bij honden
Om de kans op het teruggroeien van de tumor te voorkomen, begonnen we met een laaggedoseerde chemotherapie. Met deze vorm van chemotherapie worden er op regelmatige basis op vaste momenten laaggedoseerde chemotherapiemedicijnen gegeven.
at zijn vaak tabletten en deze kunnen gewoon thuis door het baasje gegeven worden. Over het algemeen geeft deze chemotherapie weinig klachten en hoeft er alleen zo nu en dan een check gedaan te worden op de bloedwaarden en wordt er klinisch onderzoek gedaan.
In dit geval liet Carlotta helemaal geen bijwerkingen zien.
In de daaropvolgende maanden gaf het klinische onderzoek goede resultaten en ook de echo’s van de buik waren goed. Daarom besloten we, een jaar na de operatie, om de chemotherapie te stoppen.
Vervolgens, een jaar na het stoppen met de chemotherapie, zagen we een algehele vergroting van de lymfeklieren en een tweezijdige irritatie aan de ogen. Helaas kan dat vaak maar één ding betekenen en dus namen we een monster van de lymfeklieren om de cellen te onderzoeken.
De diagnose die daaruit kwam was een hooggradige lymfoom.
Dit is één van de meest voorkomende tumoren bij honden van de bloedcellen. Het ontstaat door een wildgroei van grote, onvoltooide witte bloedlichaampjes (lymfocyten).
Bij Carlotta waren het B lymfocyten, wat betekende dat niet alleen de lymfeklieren, maar ook de lever, de milt en de ogen besmet waren. Vaak worden lymfomen pas in een later stadium gedetecteerd. Dat was bij Carlotta ook het geval.
Hooggradige lymfomen bij honden kunnen niet genezen worden. Toch kan de levensverwachting met chemotherapie wel omhoog gehaald worden. Vaak leven honden dankzij de chemotherapie nog meer dan een jaar.
Kwaliteit van leven
Weer stemde het baasje van Carlotta in met de behandeling. Hij wilde maar al te graag dat Carlotta zo lang mogelijk zou leven, maar hield ook zeker rekening met de kwaliteit van haar leven.
Bij de behandeling van kanker bij dieren is ons hoofddoel om de kwaliteit van het leven te waarborgen. Gelukkig laat negentig procent van de patiënten niet tot nauwelijks bijwerkingen zien van de chemotherapie.
Ook Carlotta liet geen bijwerkingen zien van de chemotherapie en was na drie weken in remissie, wat betekent dat de tumor goed gereageerd had op de chemotherapie. Toch bleven we nog wel doorgaan met de behandeling. Ze was gezond en haar baasje was blij, maar helaas kwam de lymfoom na drie maanden weer terug.
Hoewel de terugkomst van een lymfoom een veelvoorkomend scenario is doordat de tumor resistentie opbouwt voor de medicijnen, viel Carlotta tijdens de eerste chemokuur al terug.
In zulke gevallen kunnen we de patiënt niet zonder therapie laten, maar de huidige chemotherapie is niet meer te gebruiken doordat de tumor is resistent is voor die medicatie.
Carlotta heeft nog drie jaar kunnen leven
Omdat Carlotta, buiten het groeien van de tumoren om, gezond was, begonnen we met een andere chemotherapie. Maar Carlotta kreeg na een paar dagen al last van depressie, anorexia, vergrote lymfeklieren en tekenen van uitzaaiingen in de ogen.
Daarnaast zagen we in haar bloed een toename van kankercellen en met behulp van een röntgenfoto in haar onderborst zagen we dat het ook in haar longen zat.
We besloten om haar op te nemen zodat ze zich beter zou voelen. Dat mocht niet baten: ondanks de chemotherapie ging haar gezondheid alleen maar achteruit. Aangezien de kwaliteit van het leven voor ons het belangrijkste is, besloten we in overleg met het baasje, hoe droevig het ook was, om Carlotta in te laten slapen.
Uiteindelijk heeft Carlotta nog drie jaar mogen leven na de eerste diagnose. Drie jaar waarin ze tijd met haar baasje heeft mogen doorbrengen en kon leven net als elke andere hond. Dat wetende, doet ons en haar baasje goed.